dinsdag 9 september 2008

De laatste Transsiberische etappe: Ulan Bator - Peking

We zijn terug een beetje op krachten gekomen wanneer we aan de laatste etappe beginnen. Onze twee coupe-genoten (een Zweeds jong koppeltje) vallen wat tegen, maar dat ligt misschien aan het feit dat het voor hen de vijfde opeenvolgende dag is dat zij op deze trein zitten. Het uitzicht daarentegen is prachtig: eindeloze vlakten Gobi woestijn met kamelen en antilopen. Mongolie is en blijft onweerstaanaar mooi.

Aan de Mongoolse grensovergang proberen Mongoolse kindertjes blinkende stenen te verkopen tegen belachelijk hoge prijzen. Terug op de trein daagt Bert hen wat uit om ze in zijn (ook naar Mongoolse normen) grote mond te gooien. Na een aarzelende start halen ze hun grootste exemparen boven, wat resulteert in een raam vol sterretjes (EN een gratis steen voor ons).

De sporen in Rusland en Mongolie zijn net iets smaller als die in de rest van de wereld, dus moeten na de grensovergang in China de onderstellen vervangen worden. Zo snel als de paspoortcontrole ging, zo traag gaat de "Boogie-wissel". Aangezien we niet uit de trein mogen, worden we samen met het treinstel omhoog gehoffen.

Dat we in China zijn merken we aan de constante bewoning, een beetje zoals in Belgie. Het desolate Mongolie ligt nu echt achter ons.




dinsdag 2 september 2008

Steppemongolen in wording

3 dagen na het Nederland-Tsjechie-feestje is Bert z'n maag terug ok. Op naar Mongolie. Helaas geen Sergei in onze coupe deze keer maar allemaal toeristen in ons wagonnetje, die proberen het imago van de "Vodka Train" hoog te houden.

De Mongools-Russische grensovergang is berucht en terecht. 11 uur doen we erover, waarvan 10 uur wachten en 1 uur waarin we 10 keer in en uit onze coupe moeten komen: voor de drugshond 3 of 4 keer, voor alle platen open -en terug dicht te vijzen, onze rugzakken open en dicht te doen, ... Zuur verdiend stempeltje in ons paspoort.
Eenmaal aan de Mongoolse kant gaat alles er een pak gemoedelijker en vooral sneller aan toe.

Eerste kennismaking met een Mongool is een dronken man die een hele uitleg over de sterren en de maan doet tegen Bert en ten slotte een Mongools strijdlied voor ons ten berden brengt.

In Ulan Bator aangekomen gaan we na een dutje de stad verkennen. Mooi is deze stad zeker niet, maar de mensen zijn wel heel vriendelijk en nieuwsgierig. Op het plein is Bert de attractie van een familie nomaden die op citytrip in hun hoofdstad zijn. Ze willen allemaal met ons op de foto, en er ontstaat een ware fotoshoot. We beloven ze enkele printjes op te sturen.

Op zoek naar een toffe tour slaan we de jeep- en toeristenkampen over en besluiten we ons een week onder te dompelen in het echte Mongoolse leven via Ger To Ger. Het concept is simpel: We worden gedropt bij de eerste familie (Ger), ze laten ons zien hoe ze leven en tonen ons per paard of kameel de omgeving en brengen ons de volgende dag naar de volgende familie. We leven, doen en laten zoals de Mongolen. Rijst met vlees, geiten-schapen-paarden-kaaskoeken, heel veel airag (gefermenteerde merriemelk – licht alcoholisch en veroorzaakt immense schijterij)…

Het zouden 6 intense dagen worden, soms afzien, maar vooral enorm genieten en beleven.

Het eerste uitstapje per kameel en paard bezorgt ons een zeer gat en pijnlijke kniëen voor de volgende weken. De schattige kindjes doen echter snel de pijn vergeten. Ze zijn ook een goede ijsbreker, want alhoewel we een stoomcursus Mongools kregen is de verbale communicatie zeer beperkt.

We slapen ook in de een van de typische gers, als gasten krijgen we de slaapger volledig voor ons alleen. Dicht tegen elkaar kruipen we, want de nachten zijn IJS IJSKOUD (het is hier ´s nachts altijd koud en we zitten natuurlijk op 2000 m hoogte) en de bedden zijn gewoon houten planken met een mat op. Het Mongoolse weer is blijkbaar in augustus wisselvallig, de ene dag is het warm, de andere dag raast er een storm die buitenkomen praktisch onmogelijk maakt. Onze Ierse reiscompagnons voor de eerste dag en nacht gaan noodgedwongen per taxi in plaats van per paard naar de volgende ger.

Tijdens deze week zijn we ook geevolueerd van paardbekijkers naar paardrijders, volle gallop met zweepjes inclusief. De laatste dagen mogen we zelfs de schapen en geitenkuddes (meer dan 500 beesten) van de steppe naar de Ger drijven, waar ze elke dag gemolken moeten worden. We zitten elke dag in de prachtigste natuur, maken de mooiste zonsondergangen mee in de duinen, zien de prachtigste sterrenhemel, en beleven zelfs een Mongools familie-en vriendenfeestje.

Een feestje wil zeggen dat iemand in het midden van de Ger zit met een grote emmer airag (die regelmatig wordt bijgevuld) en de kring altijd afgaat met een gevulde schaal die ad fundum binnengekapt moet worden.

Ons laatste avondmaal is een waar Mongools feestmaal: Stukken geit in een bouillonnetje gekookt. Dit wil zeggen, hoofd, poten, staart, pure brokken vet, alles erop en eraan. Als gasten krijgen we de eer om de tong te verorberen. Mmmmmmm…. Met het grootste genot zuigt en sabbert onze gastfamilie op de stukken vlees. Ook pure stukken vet zijn in trek, dat maakt je sterk voor de winter.

Onze kleren vol paardengeur, de broeken vol melk van de airag te stampen, een zesdaagse welriekende lijfgeur, enkele schapenvelletjes en een vat airag in de koffer en een levenservaring om nooit meer te vergeten rijker.

Om ons avontuur te vieren besluiten we een warm zacht bed te zoeken en eens goed te gaan eten. MAAR… onze maag moet de westerse kost niet meer gewoon geweest zijn wat we houden heel de nacht een aflossingskoers op de wc…Zucht, reizen is hard :)